Kandidaten•hebben zich minstens onderscheiden bij het behalen van hun masterdiploma in de fysica, chemie, biologie of aanverwante discipline; •zijn geïnteresseerd in leren en onderwijzen (ervaring in het onderwijs of een diploma lerarenopleiding is een meerwaarde);•zijn geïnteresseerd in onderwijsonderzoek;•hebben kennis van statistiek en/of kwalitatieve onderzoeksmethoden of zijn bereid zich hierin in te werken;•zijn in staat tot het uitvoeren van empirisch onderzoek;•tonen zin voor initiatief;•beschikken over goede communicatievaardigheden om te interageren met wetenschappers, studenten en (toekomstige) leerkrachten, om te communiceren over het onderzoek en om samen te werken binnen de onderzoeksgroep;•hebben als moedertaal Nederlands of zijn gecertificeerd op niveau C1;•schrijven en spreken vloeiend Engels; en•kunnen zowel zelfstandig als in team werken.
Het is belangrijk dat jongeren een duidelijk begrip hebben van wat wetenschap is (en niet is), wat wetenschap kan (en niet kan), wat wetenschap kan zeggen (en niet kan zeggen), hoe wetenschap werkt (en niet werkt). In de literatuur over wetenschapsonderwijs wordt dit idee aangeduid met de "aard van (natuur)wetenschap" (Nature of Science, NoS). Ook in beleidsdocumenten rond wetenschapsonderwijs wordt erkend dat niet alleen de inhoud van wetenschap, maar ook de aard ervan aan bod moeten komen. Uit de literatuur blijkt dat het verbeteren van het begrip van NoS bij leerlingen zowel de leerprestaties in wetenschapsvakken ondersteunt als hen helpt beschermen tegen pseudowetenschap. Er is echter minder overeenstemming over het theoretische begrip van de aard van wetenschap.
In de recente literatuur over wetenschapsonderwijs in verband met de aard van wetenschap vinden we twee perspectieven: de consensusbenadering en de familiegelijkenisbenadering (Family Resemblance Appraoch to Nature of Science, FRA-NoS). De consensusbenadering identificeert verschillende kenmerken die algemeen worden geaccepteerd, zoals bijvoorbeeld de empirische aard van wetenschap, de voorlopigheid van wetenschappelijke kennis en het onderscheid tussen observaties en inferenties. Het doel is een uniform kader voor wetenschapsonderwijs te bieden, zodat fundamentele elementen van NoS consequent worden onderwezen. Aan de andere kant conceptualiseert de familiegelijkenisbenadering, geïnspireerd door Wittgensteins filosofie, NoS als een systeem van cognitief-epistemische en sociaal-institutionele aspecten. Deze benadering erkent de diversiteit binnen wetenschappelijke disciplines terwijl ook gemeenschappelijke kenmerken worden geïdentificeerd. Op die manier biedt deze beschrijving een meer genuanceerd begrip van hoe wetenschap werkt in verschillende contexten en disciplines.
Hoewel er veel onderzoek is naar de implementatie van NoS in het onderwijs in termen van de consensusbenadering, is er minder bekend over de familiegelijkenisbenadering. In hun recente review vatten Bae en Son (2024) bestaand onderzoek over de familiegelijkenisbenadering samen. Op basis van hun bevindingen identificeren zij een aantal hiaten in de bestaande literatuur en stellen zij toekomstige onderzoeksrichtingen voor om deze hiaten aan te pakken.
In dit onderzoeksproject zullen we trachten enkele van die hiaten verder uit te klaren (o.a. opvattingen van NoS bij studenten hoger onderwijs) en nagaan hoe de familiegelijkenisbenadering de diversiteit binnen wetenschappelijke disciplines (specifiek biologie, chemie en fysica) beter kan erkennen en vastleggen.
We zullen het kader van FRA-NoS gebruiken om de 'familiegelijkenis' tussen biologie, chemie en fysica te bestuderen. We stellen daarom drie verschillende studies voor om te beginnen:
1.Onderzoek naar de opvattingen van biologen, chemici en fysici over de aard van (hun) wetenschap, geïnterpreteerd met behulp van het FRA-kader.
2.Onderzoek naar de opvattingen van bachelorstudenten in biologie, chemie en fysica over de aard van (hun) wetenschap, geïnterpreteerd met behulp van het FRA-kader.
3.Onderzoek naar de opvattingen van toekomstige leraren over de aard van (hun) wetenschap, geïnterpreteerd met behulp van het FRA-kader.
Dit zal ons de basis geven om in vervolgonderzoek te kijken hoe we deze inzichten kunnen implementeren in wetenschapsonderwijs.
LESEC is een centrum voor onderwijsonderzoek in STEAM (Science, Technology, Engineering, Architecture & Mathematics). LESEC doet onderzoek naar het leren en onderwijzen binnen alle STEAM disciplines en voor de verschillende onderwijsniveaus (basis-, secundair en hoger onderwijs, postuniversitaire vorming). Naast een diepgaand inzicht in leer-, ondersteunings- en onderwijsprocessen, wil LESEC ook streven naar een inbedding van de bevindingen uit dit onderzoek in de onderwijspraktijk, zowel binnen als buiten de universiteit.We bieden● een voltijdse functie van één jaar (start 01.09.2025) die bij een positieve evaluatie verlengd kan worden (tot maximaal vier jaar); en● een kans om interdisciplinair onderwijsonderzoek te doen op de grens van natuurwetenschappen, wetenschapsfilosofie en wetenschapsonderwijs.